WWW oftewel Wijde Wormer Wow!

Zondag 30 september 2012

Vandaag had ik een date met Edwin en Frans. Edwin pikte ik op om 7:15 en Frans enkele minuten later. De mannen stonden beide klaar in gevechtsoutfit en hun penhengels waren reeds in gereedheid gebracht. De buidels waren gevuld met pluimvee legkorrels en gekiemde hennep voor het aanmaken van voerstekken.
We gingen de Wormer polder weer in. Wel naar een andere locatie dan de voorgaande sessies. Met de auto op zoek naar activiteit in de grijze sloten tussen de groene weilanden. Langzaam reden we speurend in de sloten door de polder. Er was weinig tot geen activiteit zichtbaar. Aan het einde van de polder zij we omgedraaid en op goed geluk de auto, na een paar kilometer terug de polder in, geparkeerd.

Eerst maar eens een stukje struinen zonder hengel op zoek naar de karpers of potentïele hotspots. Aan beide zijden van de weg maakte we stekken aan. Bij paaltjes, op hoeken, nabij duikers en bij de nodige rietpollen.

De temperatuur daalt 's nachts al tot een minimum van 7°C. Waardoor het water in de poldersloten ook snel in temperatuur daalt. Dit zal waarschijnlijk direct zichtbaar zijn aan het aasgedrag van de karpers. Waar bij zomerse temperaturen de karpers vaak actief zijn aan de oppervlakte, dat te zien is aan kolken en karperruggen die geregeld door oppervlak heen breken. Ook de nodige bellen plakaten zijn dan vaak zichtbaar. Bij de huidige temperaturen was het flink zoeken naar enige activiteit. Aan de oppervlakte was niet veel zichtbaar maar doordat er af en toe toch een dikke kolk ontstond tijdens het voeren wisten we dat er karpers zaten.

Dus vissen maar!
Wat Frans gisteravond gedronken had was bekend, BaCo's! Maar wat ie gegeten had was onduidelijk. Dit gaf wel een apart effect op de foto. ;-)
Bij de eerste aangemaakte stek nabij een duiker heb ik als eerste gevist. Een gestage stroom water spoelde onder de weg van de ene kant naar mijn kant. Net naast deze stroom had ik gevoerd en de pen te water gelaten. Heel langzaam drifte de broodvlok soms mee. Kleine tikkies op de pen waren zichtbaar van de kleine vis die hier blijkbaar aanwezig was. Uiteindelijk leek het mij niet de juiste stek, want voor mijn gevoel nemen de karpers rustig de tijd om het aas naar binnen te slobberen. Dus stil liggend aas zou beter moeten werken.

Op een T-splitsing had ik aan de overkant bij de hoek van de sloot ook een stek aangemaakt. Dit was de tweede stek waar ik ben gaan vissen. Vorige keer had ik al gemeld, dat ik iets geduldiger zou zijn en niet te snel zou verkassen. Dat leverde vorige keer bijzonder goede vangsten op. Dus het voornemen om weer geduldig te zijn was niet lastig.

Ondanks dat het in eerste instantie leek of we enkel maar onze broodvlok aan het uitlaten waren en lekker lieten zwemmen, kreeg ik de indruk dat er vis in de beurt van mijn dobber was. De dobber waggelde af en toe heen en weer doordat er enige water verplaatsing was. Het anders bewegen van de dobber, anders dan de wind veroorzaakt, betekent nog niet dat de vis het aas heeft gevonden. Wel is er dan een vis in de buurt die tegen de lijn schuurt of door met zijn vinnen te wapperen de lijn en de dobber doet waggelen. Je ziet het gebeuren en het lijkt ook wel of je het voelt. Waarschijnlijk omdat op die momenten mijn spanningsboog strak staat en ik me inbeeld wat er onder het wateroppervlak plaats vindt.

Voor mijn gevoel duurde het eeuwig voordat het aas gevonden werd. Dit werd zichtbaar omdat de dobber meer op en neer ging bewegen dan heen en weer. De dobber werd niet gelijk lekker schuin weg getrokken maar stuiterde wat heen en weer. Dat zijn de momenten waarop altijd twijfel toeslaat, wanneer aanslaan? Geduld betrachten is hier een schone zaak, bleek nu ook weer. Want uiteindelijk trok de pen wel netjes weg en moest ik wel aanslaan.

Een sterke logge vis was gehaakt en ging er niet zoals gebruikelijk als de brandweer vandoor, maar zwom met een flinke gang van mij af. Deze vis bleef diep zwemmen en kromde mijn 1.75 lbs penhengel tot in het handvat en trok de 30/00 lijn lekker van de spoel. Zodeknetters wat een sterke vis! Zware sterke runs ondernam deze polderknol en kleurde het water van grijs naar zwart. De haak zat keurig in de dikke bovenlip en kon zonder veel moeite gelost worden.

Tijd voor een foto in de ochtenzon.
Frans assisteerde mooi met het scheppen van de vis en Ed met het schieten van het plaatje. Zelf hadden ze nog geen tikkie gehad.

Mijn derde voerstek was bij een rietpol. Duidelijk herkenbare markeerpunten voor je aangemaakte voerstekken zijn noodzakelijk. Zeker als je er meerdere maakt. Te vaak heb ik al getwijfeld waar ik nou precies gevoerd had. En vandaag zou duidelijk blijken dat dit essentieel is om momenteel goed vis te vangen.

Lang verhaal kort, derde voerstek werd niks. De vierde voerstek was ook bij een rietpol en al na een vijftal minuten begon mijn dobber weer te waggelen. Ook deze aanbeet liet nog even op zich wachten. Eigenlijk gebeurde hier hetzelfde als bij de eerste gevangen karper. Ook nu weer trok de pen niet gelijk weg en twijfelde ik wanneer ik zou moeten aanslaan. Te lang wachten zou betekenen dat de vis de haak achter in zijn strot zou kunnen krijgen. Te kort wachten zou betekenen dat ik zou misslaan met een mooie boeggolf in de sloot als gevolg, maar zonder een kromme hengel. Gelukkig trok de dobber na verloop van tijd toch netjes weg en mocht ik aanslaan. Gevolg, weer een donkere zwarte prutsloot met een mooie karper netjes in de lip gehaakt. Weer hielp Frans de vis in het netje brengen. Wel handig zo'n maatje met die stijle gladde oevers.

Nu was de vijfde voerstek aan de beurt. Deze was naast een boerderijopgang voor de grote buis van het bruggetje gemaakt. Binnen no-time had ik beet. In eerste instantie dacht ik dat het witvis was, want de dobber bewoog schokkerig. Maar na een halve minuut trok de pen weer weg en had ik nog een karper gehaakt. De kleinste van het stel maar hij knokte er niet minder op. Wederom assisteerde Frans weer, want Ed stond verder weg wortel te schieten.

Zo, drie karpers in twee uur tijd. Dat ging lekker ook al was er nog altijd weinig activiteit in het water te bespeuren. De karpers aasde blijkbaar wel, maar dit was niet uit bellenplakaten of zwenkende staarten op te maken. Na het afromen van mijn voerplekken was het tijd om elders ons heil te zoeken. De eerst volgende stek was werkelijk uitgestorven en na een half uur zijn we maar weer verkast.

Op onze laatste stek hebben we ook een aantal voerplekken gemaakt waarbij ik weer hele duidelijke markeerpunten gehanteerd heb. De eerste twee plekken brachten geen schub op de kant. Frans en Edwin waren ook bijzonder stil, qua vangen dan.

De derde stek was onder Hazelaars op een T-splitsing nabij een houten beschoeing. Door het donkere water en de windgolfjes was het onduidelijk of er beweging in het water was. Het leek net of ik af en toe een staart zag wapperen onder het oppervlak. Nadat ik een paar meter opzij was gaan staan kon ik door de lichtval beter onderscheiden of er inderdaad een vis in de buurt aan het azen was. Dit bleek het geval maar de vis was ongeveer een meter verwijderd van mijn broodvlok. Ik durfde het aas niet binnen te draaien en opnieuw in te werpen vanwege een mogelijke schrikreactie. Dus geduld betrachten en maar wachten of de karper dichterbij wilde komen en het aas zou ontdekken.

Het haakaas van gestoomd wit tostibrood wordt als een spookje rond de haaksteel aangebracht. D.w.z. een stukje van ongeveer 3 bij 3 cm wordt licht om de haak heen gevouwen waarbij het bovenste stuk brood als deeg om de steel gekneed wordt. Dit zorgt voor een goed vastzittende broodvlok die toch licht en fluffy is en niet in de modder zakt en voor de karper makkelijk op te slurpen is.

De karper leek tergend langzaam steeds dichter bij het haakaas te komen. De pen begon steeds heftiger te waggelen, totdat hij langzaam verplaatst werd. De dobber werd niet onder getrokken maar verplaatste zich langzaam maar gestaag. Na een aantal seconden kon ik het niet laten om aan te slaan. De karper schrok zich rot en schoot als een volleerde blauwe marlijn uit het water. Schitterende actie met stugge dril. Frans had langzamerhand weinig zin meer om mij te assisteren en kwam rustig aansjokken. 'Vangt die @$%&$%@%$@*(! weer een karper', was het commentaar.

De pret was nog niet op, want op de vierde stek die aangelegd was, zag ik ongeveer anderhalve meter van mijn dobber, weer af en toe een staart. Nu durfde ik het wel aan om na een kwartier aankijken het aas binnen te halen en opnieuw in te werpen. Het aas werd voorbij de azende karper geworpen en voorzichtig dichterbij getrokken. De vlok zakte langzaam, bijna natuurlijk, richting de bodem zonder de karper op te schrikken. Niet veel later geschommel en een mooie wegtrekker. Ook deze karper maakte een sprong die marlijnwaardig was. Blijft kicken!

Nu kwam er niemand meer assisteren en zaten de mannen gebroederlijk naast elkaar te vissen en af te geven op de 'meester'. Hahaha, lachuh. 5-0-0!

Op het moment dat we van plan waren op te breken ving Frans dan toch een vis. Een werkelijk prachtige blankvoorn had voor een uitzonderlijke korte dril gezorgd waarbij de vis uit het water zo in zijn handen sprong.
Net zoals voorgaande keer had ik mijn babybadje weer meegenomen en de karpers hier tijdelijk in bewaard. Door het water geregeld een beetje te verversen bleken de karpers bij het terug zetten met frisse moed en harde slagen er vandoor te gaan. Sterk als ze zijn, leken ze hier niet onder te leiden.
De grootste was 58 cm lang, de kleinste 42 cm en de andere drie respectievelijk 47, 49 en 47 cm lang.
Zijn ze mooi of zijn ze mooi, die prachtige dikke polderknollen!
Overigens weet ik niet of Frans en Edwin volgende keer weer mee willen vissen.

Grtx,

FER

6 opmerkingen:

  1. Hoi Fer, dat is nog eens een mooie dag vissen! Jammer dat je maten je niet konden bijbenen ;) Ene mooi zijn ze, die poldervissen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Fer,het gaat jou goed af in die polders!

    Mooie verwilderde schubs die veel strijd geven op aangepast materiaal.legkorrel voerplekken/hennep trekken bij mij heel veel witvis aan,met gevolg dat er heel vaak snoekexplosies plaaatsvinden op de stek.Wat zijn jou ervaringen?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ Boudewijn: natuurlijk wens ik ze toe om lekker veel vis te vangen, maar mannen en competitie. Je kent het wel.
    @ Hans: Ik begrijp helemaal wat je bedoelt, ik ken dit fenomeen in de stadsgrachten. Maar in de Beemster en Wormer polder heb ik hier geen last van. In de Beemster nog enigszins last van witvis maar in de Wormer bijna niet. Wellicht omdat het water echt heel troebel is. Ik heb hier overigens nog nooit gesnoekt dus heb ook geen idee hoe goed of slecht het snoekbestand is.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hoi Fer stuur mij even een berichtje per mail.

    Groeten

    BeantwoordenVerwijderen
  5. FER, moet je niet eens gaan denken aan wedstrijdvissen? ;) Knap dat je zoveel hebt weten te vangen! Ben benieuwd of je ze daar in de winter ook kunt vangen. Misschien leuk om het dan ook eens te proberen?

    Gr. Koen.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @ Koen: na analyse via google maps en een rondje met de auto om real life te checken of mijn conclusie van de winterstek zou kloppen, ga ik die stek zeker een keer proberen.

    BeantwoordenVerwijderen