Na een bijzonder leuke fietsvakantie door Noord-Holland, waarbij er geen ruimte op de bagagedrager was voor een hengel en ik veel mooie visstekken gezien heb was de visdrang groot.
Ondanks dat ik een week lang de lendenen op een matje gepijnigd heb en weer lekker in mijn eigen bed lag, werd ik vroeg wakker. Direct denkend aan de kaperstek in de Beemster waar we langs gefiets zijn. Blijven liggen en nagenieten van het zachte matras of verwachtingen, verlangen en hoop op een mooie boerenkaper invullen. Dus....
Vroeguh gingen er verhalen de ronde dat de karper in de polder bijzonder sterk was, de zogenaamde oersterke boerenkarper. De poldersloten in de Beemster zijn over het algemeen slecht toegankelijk omdat de sloten ten opzichte van het land erg diep liggen. Nu ik door de fietsvakantie meerdere toegankelijke stekken bij elkaar gespot had, was de quest voor de boerenkarper geboren.
De poldersloot leent zich natuurlijk bij uitstek voor het vissen met de pen waarbij er één kikkererwt aan hair gehangen werd en twee kleine mestpiertjes op de haak. Een tweetal stekken heb ik gevoerd met pluimvee legkorrels en een zestal kikkererwten en maar eens kijken wat er gebeurt. Veel vissen waren actief waaronder aan de oppervlakte azende blankvoorns en de nodige Brasems die de nodige bellen lieten vrijkomen.
Na een kwartiertje trok de dobber redelijk snel schuin weg waarna ik een mooie blankvoorn mocht onthaken. Een beetje teleurgesteld, ondanks dat het een mooie voorn was, was ik wel. Nogmaals op dezelfde stek ingeworpen en wederom na een kwartiertje begon mijn dobber licht te bewegen en uiteindelijk zoetjes aan weg te trekken. Na aanslaan ging de boerenkaper er als de bliksem vandoor en bleef vervolgens zo'n tien minuten gassen en gaan. Kickuh, de eerste boerenkarper was een feit.
Een mooie ongeschonden vis van 50 cm met alle schubben op z'n plek. Opvallend waren de grote hoeveelheid bloedzuigers die deze karper rond zijn bek had.
Deze stek was nu dusdanig verstoord dat de volgende stek aan de beurt was. Wie weet, misschien zou ik wel erg veel mazzel hebben en nog een karper haken.
Een hoek van een driehoekig meertje dat overging in de poldersloot was de volgende stek waar wel eens karper voorbij kon komen. Dit leek op een gegeven moment het geval omdat er meerdere bellen aan de oppervlakte kwamen. Pennetje trok weer mooi schuin weg en het geweld barste weer los. Fantastisch wat gaan die polderknollen tekeer, echt kicken.
Ook deze 56 cm lange turbo karper zat goed in zijn velletje en had net zoals de vorige ook enigszins oranje vinnen, met name de staartvin.
Een tweetal andere stekken leverde niets op totdat ik in de buurt van een waterafvoer van de ringvaart nabij wat riet weer een aanbeet kreeg. De kolere! Wat een power! Mijn rechterarm werd zonder dollen flink op de proef gesteld en best kans dat ik hier spierpijn aan overhoudt.
Prachtig die dril.
Deze 60 cm lange karper had een enigszins afgesleten rugvin maar verkeerde voor de rest in een blakende vorm. Drie boerenkarpers binnen twee uur, wie had dat durven dromen?!
Als afsluiter terug gelopen naar de eerste stek die nu wel weer tot rust zou zijn gekomen. Bij het benaderen van deze stek zag ik een brasem met zijn kop omlaag in de buurt van een overstort staan. Hier ben ik naar toe geslopen om een foto te maken.
Mijn schepnet had ik ook meegenomen want wellicht zou ik deze vis zomaar kunnen landen zonder hengel maar met alleen een schepnet. Omdat mijn schepnet een korte steel heeft en de oever behoorlijk stijl was ging ik met gevaar voor eigen leven ;-) zo dicht mogelijk naar de vis toe. Toen ik dacht dat ik voldoende reach had schepte ik net zoals ik vroeger kikkers ving met een noodgang de vis uit het water. Ha, wie had dit nu weer kunnen dromen. Ik had gewoon een 53 cm lange brasem met een enorme kop uit het water geschept.
Dit was de klapper op de vuurpijl van een Beemster sessie om nooit te vergeten. Ik ga hier zeker terug komen.
Grtx,
FER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten